Een wasmachine heeft in het ‘zeepbakje’ altijd drie uitsparingen welke ieder bedoeld zijn voor een ander onderdeel van de was. Het bakje met de marking ‘I’ of ‘1’ is bedoeld voor de voorwas, het bakje met de marking ‘II’ of ‘2’ is bedoeld voor de hoofdwas en het bakje met de marking ‘*’ (ster) of een bloem is bedoeld voor wasverzachter. Dit is vaak het kleinste vakje van de drie. Wasverzachter zorgt ervoor dat het wasgoed zacht is en fris ruikt. Let er wel op dat je niet meer gebruikt dan aangegeven staat op het bakje. Kijk hierbij ook naar de instructies op de verpakking, want soms is een middel geconcentreerd en kan je hiervan dus minder gebruiken. Teveel wasverzachter is niet goed voor de wasmachine.
Waar of in welk bakje moet het wasmiddel bij een wasmachine in
Elke wasmachine bevat drie uitsparingen, met elk een eigen pictogram om aan te geven of deze uitsparing voor de voorwas, de hoofdwas of voor wasverwachter is. De uitsparing voor de hoofdwas bevat het teken ‘II’ of ‘2’. Dit is het
